Weerstand tijdens (mond)zorg komt nooit alleen. Het is misschien niet altijd duidelijk, maar er zijn veel mogelijke oorzaken die elk hun steentje bijdragen aan het ontstaan van de weerstand. Het is belangrijk om stil te staan bij deze mogelijke oorzaken, want we kunnen de weerstand enkel aanpakken als we weten wat er vooraf gaat. Het weerstandig gedrag zelf is namelijk niet zo maar op te lossen, maar de oorzaken kunnen we misschien beter controleren.
Als we de oorzaken van weerstand willen bestuderen, moeten we ons twee dingen afvragen:
Laten we eerst even stilstaan bij de eerste vraag: Hoe voelt de persoon met dementie zich?
Hoe een persoon met dementie zich voelt zal dus bepaald worden door veel dingen: (chronische) ziektes, pijn, en zijn persoonlijkheid, onder andere. Maar ook of de noden die hij op dat moment voelt (bv., te warm of koud, nood aan affectie of nood om met rust gelaten te worden) worden vervuld vanuit zijn omgeving. Een persoon die op dat moment graag alleen gelaten wilt worden maar omringd wordt door rumoerige mede-bewoners, zorgpersoneel, een luide TV op de achtergrond,… zal niet tevreden zijn. Daarbij komt nog eens kijken dat bepaalde symptomen van dementie ervoor zorgen dat hij sneller overprikkeld raakt (verstoorde prikkelverwerking), maar dat hij niet goed kan communiceren met zijn omgeving dat hij zich overprikkeld voelt (taalproblemen). Al deze elementen kunnen ervoor zorgen dat iemand met dementie zich erg geïrriteerd, gefrustreerd, geagiteerd en onrustig voelt.
De persoonlijke factoren en de onvervulde noden van de bewoner met dementie zijn slechts enkele schakels in het ontstaan van de weerstand, maar er zijn er nog. Dit brengt ons bij de volgende vraag: Hoe ervaart de persoon met dementie mondzorg eigenlijk?
Zoals je merkt, mondzorg is geen fijne activiteit voor de bewoner en kan als beangstigend worden ervaren doordat ze niet altijd goed kunnen inschatten wat er precies aan het gebeuren is. Hun snelle angstreactie uit zich in weerstand.
We zetten in de volgende figuur nog eens alles op een rijtje. De figuur begint linksboven, en eindigt uiteindelijk bij ‘weerstand’.
Je merkt dat er erg veel stappen plaatsvinden voor dat er sprake is van weerstand. De weerstand is in feite slechts de laatste schakel in een hele opeenvolging van gebeurtenissen. We mogen weerstandig gedrag dus niet zien als een op zichzelf staand voorval. Om weerstandig gedrag te kunnen begrijpen moeten we de hele schakel van gebeurtenissen onder de loep nemen, want zij zullen allemaal een invloed hebben op het al-dan-niet voorkomen van weerstand. Een persoon met dementie die op dit moment niet veel klachten of noden ervaart, en in een goed humeur is, zal mondzorg sneller toelaten dan een persoon die op dat moment pijn heeft, honger of dorst heeft, of erg overprikkeld is. Om weerstand aan te kunnen pakken, moeten we ons dus erg bewust zijn van de mogelijke oorzaken die aan de weerstand vooraf zijn gegaan.
Indien je interesse hebt in de wetenschappelijke achtergrond waar ‘Module 3: Oorzaken van weerstand’ op is gebouwd zijn de onderstaande artikels iets voor jou. Geen fan van wetenschappelijke artikels? Je vindt links naar andere interessante literatuur onder ‘Module 6: In de praktijk’.
Wil je meer weten over psychologische noden in het kader van mondzorg? Dan zijn de wetenschappelijke artikels van Anne E. Münster Halvari misschien iets voor jou:
De overige inhoud van deze module is gebaseerd op de volgende wetenschappelijke artikels: